21 soorten kruiden om zelf te kweken
Zelf kruiden kweken in eigen tuin is ontzettend leuk om te doen en de oogst van de kruiden kunnen ook nog eens in de keuken gebruikt worden. Doen dus! Maar welke soorten kruiden bestaan er allemaal? Hieronder staan 21 verschillende soorten kruiden met hun belangrijkste eigenschappen.
Allerlei soorten kruiden
Met deze lijst kun je de soorten kruiden kiezen die bij jou en jouw tuin passen. Plant kruiden in de grond of in een pot. Zorg voor de juiste tuingereedschap bij het planten en verzorgen van kruiden. Bij kruiden kweken lees je hoe deze kruiden kunt zaaien en kweken.
1. Bieslook
- Grondsoort: elke, maar het liefst rijk en vochthoudend.
- Standplaats: tamelijk zonnig.
- Vermeerderen: met zaad in de volle grond als die warm is of de pollen in groepjes van 6-10 bolletjes scheuren en ze op 15 cm van elkaar terug planten.
- Smaak: verfijnde uiensmaak.
- Keuken: in/bij soepen, sauzen, dressings, salades, aardappel- en eiergerechten. Ook mooi als garnering, gesnipperd of door met de sprieten pakketjes samen te binden.
- Gebruik: niet verwarmen, omdat anders de smaak verloren gaat.
- Extra: naast vitamine A en B ook een hoog gehalte aan C.
2. Bonenkruid
- Grondsoort: arm, goed afwaterend.
- Standplaats: volle zon.
- Vermeerderen: zaaien in het vroege voorjaar of stekken snijden van half verhoute aangroei.
- Smaak: kruidig.
- Keuken: bij peulvruchten (tuinbonen, witte en bruine bonen), kapucijners, linzen en erwten.
- Gebruik: door het sterke aroma kunnen de blaadjes meegekookt worden. Helpt koolsoorten te verminderen.
- Extra: stimuleert de spijsvertering.
3. Citroenmelisse
- Grondsoort: elke, maar liefst rijk en vochtig.
- Standplaats: volle zon met ’s middags schaduw.
- Vermeerderen: snijd half verhoute stekken van de nieuwe aangroei in het late voorjaar of vroege zomer.
- Smaak: citroenachtig, en ook naar citroen geurend.
- Keuken: in/bij paling, vis- en vleesgerechten, in frisdrank, (fruit)salade en bowl.
- Gebruik: blaadjes niet meebakken of meekoken.
- Extra: heeft een verjongende en rustgevende werking. Thee van citroenmelisse en honig is een beproefd slaapmutsje.
4. Dragon
- Grondsoort: elke.
- Standplaats: warm en zonnig.
- Vermeerderen: graaf wortelstokken op, trek ze uit elkaar en zet 8-10 cm lange stukken met ‘oog’ in potten met aarde.
- Smaak: pikant zuur.
- Keuken: in/bij vlees-, vis-, kip- en eiergerechten, schelpdieren, groentesalades, sauzen (béarnaise en hollandaise), tomatengerechten, azijn en omelet.
- Gebruik: kort meeverwarmen of kort voor opdienen toevoegen. Door de intense smaak weinig gebruiken.
- Extra: wekt de eetlust op, werkt tegen darmstoornissen en geeft smaak bij zoutloos eten.
5. Krulpeterselie
- Grondsoort: goed doorlatend, niet zuur.
- Standplaats: liefst in halfschaduw.
- Vermeerderen: het best is zaaien in de volle grond in het late voorjaar.
- Smaak: fris ‘groen’.
- Keuken: in/bij sauzen, dressing, vinaigrette salades, soepen, vis-, kip- en aardappelgerechten.
- Gebruik: kort mee verwarmen en/of kort voor het opdienen toevoegen, kan kort gefrituurd worden.
- Extra: heeft een hoge voedingswaarde en een hoog gehalte vitamine C.
6. Lavas
- Grondsoort: rijk, vochtig, goed afwaterend, bij planten mest toevoegen.
- Standplaats: zon en halfschaduw.
- Vermeerderen: zaaien, of in voor- en najaar wortels scheuren.
- Smaak: pittige ‘maggi’ (vandaar naam maggiplant).
- Keuken: in/bij bouillon, soepen, sauzen, salades, peulvruchten, stoofpotten.
- Gebruik: meekoken of verse blaadjes toevoegen aan salades. Liever niet drogen of invriezen vanwege geur- en smaakverlies.
- Extra: wekt de eetlust op en kalmeert onrustige darmen.
7. Munt
- Grondsoort: goed afwaterend, redelijk vruchtbaar.
- Standplaats: zon of schaduw, maar in de zon ontstaat de meest compacte groei en de meest intense kleur, geur en smaak.
- Vermeerderen: door de wortels in stukken te snijden of de plant te scheuren. Je kunt munt op dezelfde wijze als verveine stekken.
- Smaak: verfijnde pepermunt.
- Keuken: in/bij lams- en kalfsvlees, vis, gevogelte, soepen, sauzen, fruitsalade, ijs.
- Gebruik: aan warme gerechten vlak voor het opdienen toevoegen.
- Extra: de werkzame stof menthol werkt verlichtend bij verkoudheid, griep, maagpijn.
8. Oregano
- Grondsoort: elke indien ’s winters niet te nat.
- Standplaats: zonnig.
- Vermeerderen: door snijden van kopstekken in het vroege voorjaar of scheuren.
- Smaak: zoet en toch zacht pittig.
- Keuken: in/bij kip, vis, lamsvlees en varkensvlees, stevige groentesoepen, pasta, gehaktbrood, omelet en gerechten met kaas.
- Gebruik: kan zowel aan warme als koude gerechten toegevoegd worden.
- Extra: werkt opwekkend en versterkend, oregano is wilde marjolein of majoraan.
9. Rozemarijn
- Grondsoort: goed doorlatend.
- Standplaats: zonnig en beschut, het liefst tegen een warme muur.
- Vermeerderen: het best stekken snijden in het voorjaar van de nieuwe aangroei met half verhoute stengels van ca 15 cm. Je kunt rozemarijn op dezelfde wijze als verveine stekken.
- Smaak: fris, licht bitterzoet.
- Keuken: in/bij marinades, soepen, pasta’s, stoofschotels, lams- en varkensvlees, en alles waar tomaten in worden gebruikt.
- Gebruik: kan zowel aan warme als koude gerechten worden toegevoegd.
- Extra: helpt bij lichte, krampachtige maag- en darmstoornissen.
10. Salie
- Grondsoort: goed doorlatend, niet te zuur.
- Standplaats: zonnig.
- Vermeerderen: zaaien of in late lente/vroege zomer stekken snijden van de half verhoute nieuwe aangroei. Je kunt salie op dezelfde wijze als verveine stekken.
- Smaak: aromatisch, beetje wrang.
- Keuken: als toekruid in sauzen, en bij vlees en vis.
- Gebruik: op laatste moment toevoegen, kan ook gefrituurd worden. Lees meer bij salie knippen en gebruiken.
- Extra: thee trekken om te spoelen bij ontstoken tandvlees.
11. Tijm
- Grondsoort: arm, goed doorlatend.
- Standplaats: droog en beschermd tegen koude wind.
- Vermeerderen: zaaien in de vroege lente en van de nieuwe aangroei stekken van 5-8 cm snijden.
- Smaak: pittig aromatisch.
- Keuken: in/bij schotels met mediterrane groenten, lams- en rundvlees, konijn.
- Gebruik: een kleine hoeveelheid laten meestoven.
- Extra: geeft de bronchiën rust.
12. Bergamot
- Grondsoort: goed afwaterend, vochthoudend en rijk aan organische mest.
- Standplaats: volle zon.
- Vermeerderen: vroeg in de zomer stekken snijden van de eerste scheuten als ze 10 cm zijn.
- Smaak: aromatisch.
- Keuken: in/bij salade (bloemblaadjes), thee (van vers blad), bowl en limonade.
- Gebruik: laten meetrekken.
- Extra: helpt bij maagklachten.
13. Brandkruid
- Grondsoort: droog, goed afwaterend.
- Standplaats: zonnig.
- Vermeerderen: in de zomer kruidachtige kopstekken van niet-bloeiende scheuten snijden.
- Smaak: licht kruidig.
- Keuken: in/bij stoofgerechten gedroogd blad laten meestoven.
- Gebruik: meestoven.
- Extra: een steeds populairder wordende tuinplant.
14. Dropplant
- Grondsoort: elke, maar liefst rijk en vochtig.
- Standplaats: pal in de zon.
- Vermeerderen: in late voorjaar kruidachtige stekken snijden of om de 2 à 3 jaar pollen scheuren.
- Smaak: anijsachtig.
- Keuken: in/bij salades, thee, punch, als smaakmaker bij varkensvlees en ristschotels.
- Gebruik: blaadjes in salades, laten trekken in heet water voor thee; de bloemen in vruchtensalades.
- Extra: goede geurmaker in een potpourri.
15. Kattenkruid
- Grondsoort: goed afwaterend.
- Standplaats: zon of halfschaduw.
- Vermeerderen: in voorjaar of zomer ter plekke zaaien, in late voorjaar tot midzomer half verhoute stekken van nieuwe niet-bloeiende aangroei.
- Smaak: muntachtig.
- Keuken: thee, salades, vleesgerechten.
- Gebruik: vlees met blad inwrijven.
- Extra: is heel geschikt voor potten, aftreksel helpt tegen verkoudheid.
16. Lavendel
- Grondsoort: goed afwaterend en vruchtbaar.
- Standplaats: zonnig.
- Vermeerderen: in voorjaar half verhoute stekken van niet-bloeiende scheuten snijden. Lavendel moet je ook snoeien, lees meer bij lavendel snoeien.
- Smaak: aromatisch kruidig.
- Keuken: in/bij kruidengelei, azijn en gebak. De bloemen kunnen gekonfijt worden.
- Gebruik: vers en gedroogd.
- Extra: verzachtend, kalmerend, antibiotisch.
17. Lievevrouwenbedstro
- Grondsoort: droog.
- Standplaats: schaduw, liefst onder een boom.
- Vermeerderen: in tweede of derde jaar wortelkluit scheuren.
- Smaak: zoet, als pas gemaaid gras.
- Keuken: in/bij salades (bloemen), meiwijn (takje in witte wijn).
- Gebruik: vers.
- Extra: thee van de blaadjes vermindert maagpijn, werkt vochtafdrijvend en helpt tegen galstenen.
18. Rozengeranium
- Grondsoort: elke als die goed afwaterend is.
- Standplaats: warm en zonnig.
- Vermeerderen: in de zomer kruidachtige kopstekken van niet-bloeiende scheuten snijden.
- Smaak: mengsel van komijn, munt en nootmuskaat.
- Keuken: in/bij onderin een cakevorm, punch.
- Gebruik: verse blaadjes.
- Extra: nooit het blad van citroengeranium Pelargonium crispum gebruiken, omdat dat maagklachten kan veroorzaken.
19. Shiso
- Grondsoort: goed doorlatend, in de vorige herfst bewerkt met rijpe mest of humus.
- Standplaats: volle zon.
- Vermeerderen: in het voorjaar zaaien.
- Smaak: licht basilicumachtig.
- Keuken: in/bij cakemeel, salade, tempura, bloemen als bijgerecht bij sushi.
- Gebruik: vers en gedroogd blad, zaadjes.
- Extra: wordt ook Chinese basilicum genoemd, helpt bij verkoudheid.
20. Vrouwenmantel
- Grondsoort: elke die vochtig is.
- Standplaats: zon en halfschaduw.
- Vermeerderen: het beste door in het voor- of najaar te scheuren.
- Smaak: zacht bitter.
- Keuken: in/bij salades, yoghurt.
- Gebruik: jonge blaadjes in kleine stukjes scheuren.
- Extra: aftreksel verzacht menstruatie- én overgangsklachten.
21. Zuring
- Grondsoort: rijk, zuur, vocht vasthoudend
- Standplaats: zon of halfschaduw
- Vermeerderen: zaaien in de late lente en scheuren
- Smaak: fris zuur
- Keuken: in/bij soepen, omeletten, vissauzen, kip en varkensvlees. Maakt biefstuk mals: vlees inwikkelen of gekneusde bladeren aan marinade toevoegen.
- Gebruik: verse bladeren.
- Extra: niet geschikt om te drogen. Nooit te veel van gebruiken!
Bekijk het complete tuinassortiment.