Pijpenstrootje Karl Foerster

beeld vtwonen Beeld

Wanneer staat het Pijpenstrootje in bloei?

Het pijpenstrootje Molinia arundinacea ‘Karl Foerster’ kan maar liefst 150 cm hoog worden. Het zijn schitterende, polvormende planten waaruit massa’s sierlijk overhangend smal blad ontspringt, die bij ‘Karl Foerster’ vrij donkergroen zijn. In de bloeitijd (augustus-september) wuiven daar de sierlijke bloeiaren bovenuit. Dat is het ook bij ons inheemse pijpenstrootje dat maar zo’n 80 cm hoog wordt. Van die laatste soort zijn enkele cultivars vrij algemeen in tuinen te vinden.

Lees verder onder de advertentie

Waar komt de naam Pijpenstrootje vandaan?

Het pijpenstrootje heet zo omdat de stijve bloeistengels die geen knopen (verdikkingen) vertonen, vroeger werden gebruikt om de lange stenen pijpenstelen mee te reinigen.

Is de Molinia aundinacea een grassoort?

Veel mensen kennen in ieder geval één soort Molinia, namelijk het pijpenstrootje, het gras dat de heidevelden overwoekert. Het is een echte grassoort, want hij behoort tot de Poaceae, net als de grassen uit het gazon. Maar Molinia bloeit prachtig en heeft een heel mooie herfstkleur. Er zijn enkele soorten in cultuur, maar vooral hun kweekvormen zijn zeer geliefd in de tuin. In nazomer en herfst wuiven de bloeiaren hoog boven de bladeren uit. Dan zijn de planten eigenlijk op hun mooist.

Hoe onderhoud ik het Molinia arundinacea ‘Karl Foerster’?

Pijpenstrootjes groeien in de natuur vaak op schrale, wat zure grond, maar in de tuin doen ze het goed in elk type grond. Meer informatie over verschillende soorten grond is te vinden in het artikel grondsoorten. Als deze maar niet te voedselrijk is. Humus in de grond is wel prima, dus geef bijvoorbeeld in het voorjaar wat gedroogde koemestkorrels en bedek de grond rond de planten met compost. In het voorjaar de afgestorven plantendelen wegknippen (pas op geen jonge scheuten te beschadigen). De planten kunnen vrij veel droogte hebben, maar geef bij aanhoudende droogte wel water. De verzorging is heel eenvoudig. Het pijpenstrootje groeit in het wild meestal op arme, wat zure grond (het is het bekende gele gras dat heidevelden overwoekert), maar alle Molinia-soorten en -cultivars doen het in de tuin prima in iedere normale, redelijk voedzame en goed doorlatende grond. Een zonnige plek is aan te raden, maar de planten verdragen ook wat schaduw uitstekend. In het vroege voorjaar kan de oude pruik van bladeren en bloeistengels voorzichtig worden afgeknipt (beschadig de jonge scheuten niet!) en kan er een lichte basisbemesting rond de planten worden gegeven. Meer voeding is niet nodig. Tegen het uitdrogen van de grond, kan wel een mulchlaagje worden aangebracht. Dat houdt het vocht beter in de bodem, waardoor water geven minder snel nodig is.

Lees verder onder de advertentie

Bestel de plant direct.

Kenmerken:

Benaming

Naam

vrijwel wintergroen

Latijnse naam

Molinia 'Karl Foerster'

Cult

'Karl Foerster'

Familie

pijpenstrootje

Latijnse familie

arundinacea

Onderhoud

Verzorging

Tijdens droogte royaal water geven.

Snoeien

In het voorjaar snoeien.

Bemesting

In het voorjaar organische mest geven en mulchen.

Winterhard

goed

Bodem

geen speciale eisen

Vochtigheid

redelijk vochtig

Lees verder onder de advertentie

Licht

Type

Zon, Halfschaduw

Beschrijving

zon tot halfschaduw

Hoogte

Minimaal

150

Maximaal

150

Beschrijving

1,5 meter

Kleuren

Eerste kleur

Paars

Kleurbeschrijving

paarsachtig

Lees verder onder de advertentie

Bloeitijd

Begin

Augustus

Eind

September