Ontdek het ambacht: porselein gieten
Zij doet niets liever dan porselein gieten, hij werkt graag met hout en metaal – voor hun lampen en klokken bijvoorbeeld. In hun enorme werkplaats naast het spoor in Eindhoven werken Harm en Elke aan hun almaar uitdijende collectie. ‘We maken geen porselein dat alleen op zondag uit de kast mag.’
Maker Harm van den Nieuwenhof en Elke van den Berg (www.studioharmenelke.nl)
Werkplaats Atelier Unit van 250 m2 op Secie-C in Eindhoven
Techniek Hout- en metaalbewerken, mallen maken, vormen, gieten, bakken en glazuren van porselein
Favoriete gereedschap Harm: ‘De metaaldraaibank. Een oud beestje, waarmee ik kleine onderdelen voor onze machines maak.’ Elke: ‘De metalen slagcijfers waarmee ik de uren op de klokken stempel.’
‘Gewoon Harm en Elke’
Hoewel ze gevestigd zijn op Sectie-C in Eindhoven, het kloppend hart van de jonge Nederlandse designscene, en allebei gestudeerd hebben aan de befaamde Design Academy in diezelfde plaats, noemen ze zichzelf liever geen designer. En nee, ze zijn ook geen keramist, hoewel ze inmiddels ruim tientallen porseleinen producten in de collectie hebben. Klokken, vazen, serviesgoed, lampen, plantenpotten, gieters: stuk voor stuk met de hand gemaakt. Hoe ze zich dan wel noemen? Nou, gewoon, Harm en Elke, en zo heet hun studio ook. De twee houden niet zo van poespas, bovendien hebben ze het veel te druk om na te denken over ingewikkelde namen. Dat lees je af aan hun porselein. Wandvaasjes die deels in glazuur zijn gedoopt heten Dip-vaasjes, servies met kleurverloop heet Gradient, borden met een afdruk van een plant, inderdaad, Plantenborden. Simpel en krachtig, je weet meteen wat je krijgt. Geen gedoe dus, maar wel heel mooi porselein met een heel eigen handschrift. En vooruit, als het beestje toch een naam moet hebben, dan noemen ze zichzelf het liefst ‘makers’. En máken doen ze. Liever gisteren dan vandaag. ‘Liever vorige week, wat Elke betreft’, grinnikt Harm.
‘Ik werk graag uit de losse pols. Ik vind het niet erg als iets een beetje scheef is’
Samen, maar toch apart
Maar de liefde was er eerst, voordat ze überhaupt die studio hadden. Harm en Elke leerden elkaar kennen toen ze twintig waren en een opleiding volgden aan SintLucas in Boxtel, een vakschool voor creatief talent. De vonk sloeg over ‘en sindsdien zijn we samen’. Vijftien jaar, een succesvol eigen merk en niet te vergeten twee kinderen – Tijm (3) en Fie (1) – staan er inmiddels op de teller. Elke: ‘Vanaf dag één zijn we vrijwel continu bij elkaar geweest. We zaten weliswaar niet in dezelfde klas, maar wel op dezelfde school, hadden hetzelfde bijbaantje bij dezelfde bouwmarkt…’ Harm: ‘We zijn het gewend, maar ieder doet zijn eigen ding.’ Zo heeft hij een fascinatie voor machines en is een deel van hun atelier op Sectie-C, een creatieve broedplaats op het voormalige Stork-terrein in Eindhoven, dan ook ingericht als machinewerkplaats. Daar bouwt hij zelf machines waarmee hij de zogeheten moedermallen maakt. Harm houdt van werken met hout en staal en maakt ook meubels, Elke doet niets liever dan werken met porselein en is dol op kleur. ‘Ik vind het heerlijk om met mijn handen in de klei te zitten, Harm vindt dat verschrikkelijk. Hij zoekt liever de technische dingen uit.’ Harm: ‘Zo zit je niet in elkaars vaarwater, terwijl je toch aan dezelfde dingen werkt.’
Hoe goed je hem probeert weg te werken, de naad van het porselein zie je altijd
Verdraaid moeilijk proces
Harm zet koffie, Elke de wekker. Toen we binnenkwamen was ze namelijk net porselein aan het gieten. ‘Je denkt: dat onthoud ik wel, maar het lullige is: je vergeet het toch. Over een minuutje moet ik even terug om het uit de mal te gieten.’ Want zo werkt het gietproces van porselein: je maakt een mal, giet de vloeibare porseleinklei erin, laat het even staan zodat zich tegen de wand van de mal een laagje vormt en giet de overtollige klei af. Het porselein dat in de mal achterblijft moet vervolgens drogen voordat je de mal verwijdert. Tijdens het drogen krimpt de klei een beetje waardoor de klei makkelijker lost. Daarna kun je oneffenheden in de klei wegwerken, die verder laten drogen en afbakken. In twee stookrondes: om het ‘biscuit’ te bakken en ten slotte om te glazuren. Einde stoomcursus. Feitelijk is het een verdraaid moeilijk proces dat Elke en Harm zich grotendeels zelf hebben aangeleerd. Elke stap luistert nauw; er kan makkelijk iets misgaan. Dat je het porselein vergeet af te gieten bijvoorbeeld, vandaar die wekker.
Dansen in de oven
‘Met porselein kun je blijven stoeien’, zegt Elke. ‘Dat is er zo tof aan. Het heeft een eigen wil én een geheugen. Het springt altijd terug in de vorm waarin het uit de mal is gekomen, ook al heb je het bijgewerkt. Bovendien heeft de oven veel invloed. Porselein heeft de neiging te gaan dansen in de oven. De temperatuur is dan zo hoog dat het porselein bijna smelt. Daarom zijn grote open vormen, zoals lampenkappen, zo lastig om te maken. Het allerleukst vind ik spelen met kleur. Porselein kun je een kleur geven zonder het te glazuren. Het pigment zit in de klei zelf, dat is er zo mooi aan.’ De studio is meestal een grote bende. Alles staat vol, alle kleuren door elkaar. ‘De recepten – de samenstelling van de klei, de hoeveelheid pigment – zitten in mijn hoofd. Dat is soms een ramp voor Harm en onze stagiaires. ‘Waar is dat recept?’ krijg ik regelmatig te horen.’ Harm: ‘Elke kan niet stoppen met rennen. Van een nieuw ontwerp wil ze niet één mal, maar vijf, en voor je het weet, zijn er al twintig dingen uit de oven gerold. Soms moet ik haar terugfluiten.’
Bruikbaar & betaalbaar
Geduld is dus niet Elkes sterkste kant. ‘Voor keramiek heb je ontzettend veel geduld nodig; ik werk liever uit de losse pols. Ik vind het niet erg als iets een beetje scheef is.’ De uren op de klokjes bijvoorbeeld. Op de kleine exemplaren stempelen ze die met metalen slagcijfers, op de grote klokken schrijven ze de uren uit met letters in de klei. ‘Je zou dat met hulp van een mal kunnen doen, maar die slijten en bovendien oogt dit ambachtelijker. Dat vind ik mooier. Sommige stagiaires zijn dyslectisch, dus je komt klokken met spelfouten tegen, haha. Ach, voor alles wat fout gaat, houden we één keer per jaar een misbaksel-sale.’ Slechts een paar ontwerpen zijn puur decoratief, zoals de Plantenborden. ‘Die zijn ongeglazuurd, dus je moet er niet elke dag pasta van eten.’ Harm: ‘Maar de meeste voorwerpen zijn bedoeld voor dagelijks gebruik. Daarom houden we het ook betaalbaar: je hoeft er niet per se zuinig op te zijn. Mocht er per ongeluk een kopje vallen, dan heb je er tenminste van genoten. Wij maken geen porselein dat alleen op zondag uit de kast mag.’
Vind jij inspiratie in de creatieve beroepen van anderen? Kijk hier binnen in nog meer studio’s.
Bron: vtwonen DIY special 01 2020 | Fotografie Ernie Enkelaar | Tekst Bartjan Bouman