ambacht

Ontdek het ambacht: glasblazen

 
beeld vtwonen
 
Geschreven door:
Leestijd 5 minuten

Toen Mark Locock op zijn zestiende voor het eerst met glas werkte, was hij op slag verliefd. En nog altijd praat de energieke Engelsman vol vuur over zijn vak. In zijn sfeervolle studio in het Twentse kunststadje Ootmarsum maakt hij kleurrijke objecten. Glasblazen is zijn ambacht. 'Het is een fascinerend materiaal.'

Lees verder onder de advertentie

Maker Mark Locock en Tamara Locock. Hond Spencer is er ook elke dag bij. (hotmarksglass.com)
Werkplaats met winkel van 280 m2
Techniek Ontwerpen, tekenen, glasblazen, vormen, decoreren, slijpen en polijsten
Favoriete gereedschap Mark: "Mijn handen. Ik zie glasblazen als een verlengstuk van mijn lichaam."

beeld vtwonen
‘Nadat ik de sleutel van dit pand kreeg, heb ik veel verbouwd. Het gebouw stond op de nominatie voor sloop om plaats te maken voor een parkeergarage. Gelukkig kon ik er toch terecht. Ik heb de enorme ruimte verdeeld in een glasstudio met plek voor publiek tijdens demonstraties en een grote winkel annex galerie.’

Hete honing

Ronduit spectaculair oogt de gloeiendhete, goudgele bol aan het einde van de blaaspijp. Het stroperige glas, dat Mark met een speciale draaitechniek uit een pot in de smeltoven heeft gehaald, is maar liefst elfhonderd graden. 'Hete honing noem ik het altijd, want daar lijkt het echt op.' Bij binnenkomst in zijn glasstudio in Ootmarsum, met aangrenzend een artshop, zie je aan alles dat hier een ambacht wordt uitgeoefend. Een houten kast is gevuld met weckpotten vol kleurige stukjes glas, aan de muur hangen tangen en antieke scharen en op de grond staan mallen in alle vormen en maten. Blikvangers zijn de drie ovens, elk met een andere temperatuur.

Lees verder onder de advertentie

Het ambacht glasblazen begint bij de basis: zand, soda en kalk. Deze ingrediënten worden verhit in de smeltoven tot vloeibaar, transparant glas. Zittend op een honderdvijftig jaar oude houten werkbank, afkomstig uit een voormalige Engelse glasfabriek, blaast Mark wat lucht in de pijp. 'Mensen denken altijd dat je hard moet blazen, maar niets is minder waar. Met een klein beetje lucht kom je een heel eind. Daarom noem ik mezelf liever glasmaker, omdat er bij dit ambacht meer komt kijken dan het glasblazen alleen.'

“Hete honing noem ik het altijd. Daar lijkt vloeibaar glas echt op”

Passie gevonden

Mark kwam ter wereld in Portsmouth, een stad in het zuidoosten van Engeland. Als kind presteerde hij naar eigen zeggen niet zo best op school. 'Op mijn zestiende – ik was een timide jongen – ging ik op aanraden van mijn ouders een creatieve vakopleiding volgen.' Mark koos voor keramiek, maar klei bleek niet helemaal zijn ding. Pas toen hij met glas ging werken, werd hij razend enthousiast. 'Een keerpunt in mijn leven, bleek achteraf. Ik maakte kunstwerken van platte stukken vensterglas, die ik samensmolt in een oven. Fusing heet die techniek. Eindelijk had ik iets gevonden waar ik goed in was. Dat gaf mijn zelfvertrouwen een enorme boost.'

Hij vervolgde zijn studie aan de universiteit in de richting 3D design met glas, waar hij kennismaakte met glasblazen. 'Ik was meteen hooked.' Lachend: 'Op zich best opmerkelijk, omdat ik slecht tegen warmte kon. Maar vanaf dat moment bracht ik urenlang in de loeihete glasstudio van de universiteit door. Het deerde me niet, als ik maar kon glasblazen. Werken met hot glass is technisch uitdagend, omdat gesmolten glas lastig te beheersen is. Je hoeft maar iets verkeerd te doen en het breekt. Maar jeetje, wat een onvoorstelbaar boeiend materiaal. Zelfs nu, al die jaren later, blijf ik het ambacht glasblazen fascinerend vinden.'

Lees verder onder de advertentie
‘Omdat we op een ambachtelijke manier werken, is elk object dat we maken uniek. Anders dus dan de industriële werkwijze in fabrieken, waarbij elk glas of bakje identiek is.’
‘Ik verzamel ambachtelijk gereedschap dat vroeger in Engelse glasfabrieken en glasblazerijen werd gebruikt. Sommige dingen hangen er meer voor de sier, andere gebruiken we dagelijks.’
‘In de galerie staat mijn vrije werk tentoongesteld. Het zijn mijn meest intieme werken, waar ik heel mijn hart en ziel in heb gestoken. Ik speel graag met het spanningsveld tussen het fragiele, gladde glas en ruwe structuren en imperfecties.’
Lees verder onder de advertentie

“Werken met is technisch uitdagend, één verkeerde overweging en het breekt”

Kijkgaten

Als twintiger runde Mark een goedlopende glasstudio in een Engels landhuis. Hij exposeerde veel en maakte zelfs een serie vazen voor de film Titanic. Maar in 2000 maakte hij de oversteek naar Nederland om hier te gaan werken. Hij is nooit meer weggegaan. Sinds 2015 is Marks glasblazerij gevestigd in een groot pand, vlak naast het voormalige klooster in Ootmarsum. Mark ontwerpt kleurrijke glaskunstwerken en werkt veel in opdracht, onder meer voor particulieren.

Daarnaast geeft hij exclusieve workshops en demonstraties glasblazen in zijn studio. 'Dat doe ik al jaren. Ik vind het fantastisch om mijn passie voor glas met anderen te delen.' In de aangrenzende artshop worden de collecties glaswerk en glaskunst tentoongesteld en verkocht. Kijkgaten in een van de wanden in de winkel geven bezoekers zicht op de glasstudio, waarin je naast Mark ook regelmatig zijn vrouw Tamara aan het werk ziet. Als startende glasblazer draagt zij haar steentje bij aan de productie van artikelen voor in de winkel, waaronder waxinelichtjes, presse-papiers en vazen, en ze maakt ook eigen werk. Mark: 'Tamara is net zo enthousiast over glas als ik.'

‘De smeltoven staat dag en nacht aan. Eén keer per jaar zetten we ’m uit voor onderhoud. In de oven staat een pot waarin het vloeibare glas zit. Door de blaaspijp al draaiende erin te dopen, haal je het glas eruit. Dat proces heet keien.’
Lees verder onder de advertentie
beeld vtwonen
beeld vtwonen

Timing & flow

'Het vormen van glas doen we met onze handen', legt Mark uit. Hij pakt iets wat op een oude doek lijkt, maar bij nader inzien een stapeltje natte kranten blijkt te zijn. Hij legt het pakketje op zijn handpalm en rolt de hete glazen bol erin rond, waardoor het van vorm verandert. 'Natte kranten werken isolerend, ze houden warmte tegen. Er zijn ook andere manieren om te vormen, zoals in een mal of door het glas te rollen op een roestvrijstalen tafelblad. Omdat glas snel afkoelt, moet je het na elke handeling weer verhitten in de ronde opwarmoven. Dit proces van opwarmen, vormen en blazen herhaal je meerdere keren. Om het object, een vaas bijvoorbeeld, langer te maken, zwaai je de blaaspijp heen en weer. Glasblazen is als een dans. Er is ritme, timing, flow en swing: het glas reageert op hoe je beweegt. Als je de blaaspijp tien centimeter schuiner houdt, krijgt het glas meteen een andere vorm. Het luistert nauw.'

Lees verder onder de advertentie

De koude kant

Een belangrijk aspect van het ambacht glasblazen, is het toevoegen van kleur. 'Dat gebeurt vrij in het begin. We rollen het hete glas in ragfijn, gekleurd glas dat heel geconcentreerd is. Je bouwt het in lagen op. Zo kun je verschillende kleuren toevoegen of je laat één kleur in verschillende gradaties zien, van licht naar donker. Sommige kleuren zijn kostbaarder dan andere. In de kleur Ruby zit bijvoorbeeld goud verwerkt. Met kleur kun je in het voorwerp dat je maakt scherpe lijnen trekken of juist zachte, vloeiende patronen maken.' Als alle handelingen zijn verricht, is het tijd voor de afwerking aan de 'koude kant', zoals die werkplaats wordt genoemd.

'Dat is nodig, omdat bijvoorbeeld de onderkant van een vaas scherp en scheef kan zijn. Ook wordt het glas gepolijst waardoor het super glad wordt. Dat kan een arbeidsintensief proces zijn. Bij een van mijn glaskunstwerken kostte het anderhalve week om het te polijsten. Het is zó bijzonder te ervaren hoe het materiaal waarmee je werkt, verandert. Van gloeiendheet en vloeibaar glas maak je met je eigen handen een tastbaar object, dat volstrekt uniek is door de vorm en kleurschakeringen die jij hebt aangebracht.'

Vind jij inspiratie in de creatieve beroepen van anderen? Kijk hier binnen in nog meer studio's.

Lees verder onder de advertentie

Bron: vtwonen DIY special 02 2020 | fotografie Ernie Enkelaar | tekst Caroline Westdijk