Sawaracipres Plumosa

De zeer populaire wintergroene dwergcipressen hebben als herkomstgebieden Noord-Amerika, China, Japan en Taiwan. De naam dwergcipres doet anders vermoeden, maar de oorspronkelijke soorten worden gewoonlijk nogal groot.

Wat zijn eigenschappen van de Chamaecyparis pisifera 'Plumosa'?

De sawaracipres Chamaecyparis pisifera 'Plumosa' is afkomstig uit Japan en conisch van vorm. Elk schubblad is losstaand, donkergroen met lange, uitstaande punt. Plumosa is groen aan de bovenkant en wat wittig naar de onderkant toe. In de winter kunnen takken ietwat bruin worden.

Soorten dwergcipressen

Er zijn echter veel kweekvormen, waarvan sommige echte dwergen zijn, zelfs geschikt voor rots- en tegeltuinen. Behalve in hoogte en vorm zijn ook veel variaties in kleur beschikbaar. Het loof van de dwergcipres is alleen bij de jeugdvormen (die soms worden doorgekweekt) naaldvormig, bij volwassen vormen worden het schubben.
De vrouwelijke bloemen vallen nauwelijks op. De rode of gele mannelijke bloeikegels met de grootte van een erwt zijn wel duidelijk zichtbaar in de bloeiperiode (maart-april).

Wat voor een grond heeft de Chamaecyparis pisifera 'Plumosa' nodig?

De Chamaecyparis pisifera groeit in de natuur het best op goed waterhoudende en voedzame bodem, schrale grond mag hij minder. Aangezien hij ook van nature een boom is die langs de kusten groeit, houdt hij van een goede luchtvochtigheid. Bemest de sawaracypres in het voorjaar met speciale coniferenkuur. Strooi deze rond de boom uit.

Moet ik de Chamaecyparis pisifera 'Plumosa' snoeien?

Snoei de dode, zwakke en lelijk geplaatse takken weg. Meer informatie over het snoeien van bomen is te vinden op de site. Verwijder te dichte takken, zodat de hele boom genoeg licht krijgt. De beste snoeitijd is de late zomer tot vroege herfst. Als je de plant in een pot op het terras zet, zorg er dan in de winter voor dat de wortels niet kunnen bevriezen in de pot. Wikkel bijvoorbeeld rieten matten om de pot heen. Of zet de plant bij vorst tijdelijk in de garage of berging.

Kenmerken: