Van planten tot snoeien: alles over de kleine maagdenpalm (Vinca minor)

Over de maagdenpalm

De kleine maagdenpalm is een van de best bloeiende wintergroene bodembedekkers. Vaak zie je de variant met paarse bloemen, maar ze zijn er ook in roze en wit. De plant is sterk en kan goed schaduw verdragen, daarom worden ze in veel onderhoudsarme tuinen gebruikt. Onder bomen en struiken houden ze het onkruid weg. Ze zijn zo sterk, dat zelfs het af en toe belopen van een volwassen plant geen probleem is.

Twee soorten stengels

De kleine en grote maagdenpalm hebben allebei twee soorten stengels. De verticaal groeiende stengels dragen in het voorjaar de bloemen. De horizontaal groeiende takken kruipen over de grond en wortelen zich, zodat de bodem bedekt wordt. Hoewel het geen echte klimplant is, kan maagdenpalm ook klimmen als hiervoor aanknopingspunten zijn.

Vinca minor of kleine maagdenpalm

De kleine maagdenpalm heeft kleinere bladeren en bloemen dan zijn grote broer. Hij bloeit eerder, soms al in februari, en vormt een gesloten tapijt. Kleine maagdenpalm komt voor in de Ardennen en grote maagdenpalm komt uit Zuid-Frankrijk. Daardoor is kleine maagdenpalm beter winterhard en houdt hij meer van natte bosgrond. Ten slotte zijn er veel meer verschillende soorten van de kleine maagdenpalm, waardoor die er met meer bloemkleuren, bloemvormen en bonte bladeren is.

“Het is een plant die niet graag op z’n plek blijft en de border wil domineren”

Wanneer maagdenpalm planten?

De beste periode voor het aanplanten van de kleine en grote maagdenpalm (Vinca minor/major) is tussen maart en half oktober, wanneer het niet meer vriest. Houd tussen de planten een afstand van 20 tot 30 centimeter aan of reken op twaalf maagdenpalmplanten per vierkante meter. Zo krijg je een mooie, dichte opvulling en maakt onkruid geen schijn van kans.

Waar maagdenpalm planten?

De kleine maagdenpalm groeit goed in vochthoudende grond die voldoende humus moet bevatten. Schaduw wordt goed verdragen, alleen bloeien de planten in de schaduw iets minder goed. Doordat kleine maagdenpalm van nature in vochtige bosgrond staat, moet je tijdens droge perioden de plant extra water geven.

Enorm snelle groeier

Denk wel goed na voordat je de maagdenpalm plant, want het is enorm snelle groeier. Landschaps- en tuinarchitect Sjors de Kroon gebruikt hem om die reden ook maar zelden in zijn beplantingsplannen voor klanten. 'Het is een plant die niet graag op z'n plek wil blijven en de border wil domineren. Een border die overheerst wordt door één plantsoort doet de diversiteit van leven in de tuin niet goed. Het analyseren van beplanting is echt een must voordat je planten koopt en gebruikt in de border'.

Wanneer snoeien?

Zolang het beoogde oppervlak nog niet helemaal bedekt is, hoef je de kleine maagdenpalm niet te snoeien. Daarna kun je het best in het voorjaar de plant verjongen en in model brengen door hem te snoeien. Je knipt dan de horizontale twijgen weg, anders gaat de plant op den duur woekeren. Als de plant onder een boom of struik staat, is het goed de afgevallen bladeren van deze boom uit de maagdenpalm te verwijderen. Gelukkig is de plant vrij taai dus hoef je niet zo voorzichtig te doen.

LEES OOK
Verschillende manieren van snoeien: welke is nou de beste?

Kenmerken