Ontdek het ambacht: tafels van oude dakspanten
Joost maakt zijn tafels van oude dakspanten, die meestal van naaldhout zijn. ‘Eikenhout is veel te duur en zwaar om spanten van te maken.’ Doordat de spanten bestaan uit verlijmde balken zijn ze oersterk. Zo kan Joost de tafels extreem groot maken zonder extra versteviging of poten in het midden.
Maker Joost van Veldhuizen (vanjoost.com)
Werkplaats Houten loods van 250 m² in Radio Kootwijk
Techniek Zagen, schuren, timmeren, schaven, lijmen, lassen, metaal bewerken, sieraden ontwerpen, fotografie
Favoriete gereedschap ‘Mijn kettingzaag’
‘Bend the norm’ als motto
We zijn nog geen minuut binnen, het water voor de oploskoffie moet nog koken, maar voordat iemand het in de gaten heeft, duikt het gesprek al de diepte in. Rustig het ijs breken is er niet bij, en dat blijkt tekenend voor Joost: goudeerlijk en weloverwogen vertelt hij zijn verhaal. ‘Als je niet bent opgegroeid zoals ik, valt haast niet uit te leggen hoe knellend die banden zijn. Ik heb geen ongelukkige jeugd gehad hoor, maar het was wel een kleine wereld waarin ik leefde. Ik móest hier weg. Na de middelbare school heb ik eerst een jaar gereisd, daarna ben ik in Amsterdam gaan wonen. Daar deden mijn vrienden heel toffe dingen, eentje was fotograaf bijvoorbeeld, waardoor ik besefte: zoiets kan ik ook met mijn leven gaan doen. Vrijheid is voor mij het allerbelangrijkst; kunnen doen wat je wilt, niet wat andere mensen willen. ‘Bend the norm’ is niet voor niets mijn motto.’
“Alles wat ik maak, heeft een oergevoel”
Magische plek
Toch eerst nog even terug naar waar we hier zijn: Radio Kootwijk, het iconische zendstation uit de jaren twintig, midden op de Veluwe. Architect Julius Luthmann baseerde het ontwerp op een sfinx, maar in de volksmond kreeg het al snel de bijnaam ‘de kathedraal’. De legendarische radioverbinding met voormalig Nederlands-Indië is inmiddels al lang verbroken, tegenwoordig is het gebouw vooral bekend van het NOS Jaaroverzicht. En op deze bijna magische plek heeft Joost zijn werkplaats, in de oude houten loods ernaast, die als treinstation fungeerde toen het zendstation werd gebouwd.
“Je kunt met z’n tienen op mijn tafels dansen, weet ik uit ervaring”
Oude dakspanten
Naast die heftige jeugd zijn er dus wel meer hobbels op de weg geweest voor Joost zijn plek vond. Na een blauwe maandag op de HKU te hebben gezeten en zo’n beetje de hele wereld over te hebben gereisd, vond hij tien jaar geleden een parttimebaan bij Jan van IJken Oude Bouwmaterialen in Eemnes. En daar viel het kwartje. ‘Ik heb hen benaderd en gezegd: ik wil per se bij jullie werken. Maakt niet uit wat ik moet doen, al is het vegen. Toen mocht ik meubels gaan maken, van die robuuste balkentafels. Zij hebben me enorm geholpen. En op een stille vrijdagmiddag heb ik mijn allereerste ‘eigen’ tafel gemaakt. Zes meter lang, van oude spanten uit een fabriekshal. Waarom die lengte? Dat heeft weer met mijn motto te maken, want waarom zou een tafel niet zo lang mogen zijn?
Extra grote tafels
Sinds zeven jaar werkt Joost fulltime als zelfstandig ontwerper. Sindsdien heeft hij het maakproces en de afwerking volledig gefinetuned, maar het omvouwen vormt nog steeds het basisidee. ‘De grootte maakt de tafels al spectaculair genoeg. Doordat spanten in feite bestaan uit losse balken die verlijmd zijn, is zo’n tafel ijzersterk. Daardoor buigt het blad ook niet door. Je kunt er met z’n tienen op dansen, weet ik uit ervaring, haha.’ Joost maakt verschillende objecten, ook lampen, vuurkorven, wiegjes en zelfs sieraden, maar de tafels vindt hij het moeilijkst. ‘Omdat het over gevoel gaat.’
3x typisch Joost
- Bij Joost begint het altijd met het materiaal. ‘Ik houd van eenvoud. Alles wat ik maak, heeft een oergevoel.’
- Vrijheid is voor Joost het allerbelangrijkst; kunnen doen wat je wilt, niet wat andere mensen willen. Vandaar zijn motto ‘bend the norm’.
- Joost doet alles graag anders dan anders. Een tafel van zes meter en 280 kilo? Daar draait Joost z’n hand niet voor om.
Vind jij inspiratie in de creatieve beroepen van anderen? Kijk hier binnen in nog meer studio’s.
Bron: vtwonen 1-2020 | tekst Bartjan Bouman | fotografie Ernie Enkelaar