1. Zichtlijnen
Bedenk van waaruit je 's avonds de tuin wilt kunnen overzien. Bijvoorbeeld vanuit de woonkamer of het terras. Dit zijn de zichtlijnen waarmee je rekening houdt in je lichtplan. Als je veel op het terras zit, is het fijn als je de verlichting vanaf daar kunt zien. Wil je in de winter een mooi uitzicht vanuit de woonkamer? Dan moet je rekening houden met de zichtlijnen van achter het raam. Kies vooral hoe jij denkt dat het mooi is, want het gaat erom dat het voldoet aan jouw smaak.
2. Contrast
Zorg ook voor donkere plekken in de tuin. Zo springen de verlichte plekken er uit. Als je de hele tuin zou verlichten is het effect weg.
3. Intensiteit
Verlichting wordt interessanter wanneer niet alle lichtplekken even groot of fel zijn. Wissel armaturen met groot of fel licht af met armaturen die klein of zacht licht geven. Is het licht functioneel bedoeld en wil je bijvoorbeeld het sleutelgat kunnen zien? Dan is licht met een hogere intensiteit gewenst. Subtiel een terras markeren kan prima met een lage intensiteit licht. Let er op dat je spots altijd van het huis of het terras africht (dus in de richting van de zichtlijnen), anders wordt je verblind door het licht.
4. Richting
Stem de richting van waaruit het licht komt af op het te verlichten tuinelement en varieer hierin. Zo komen de verschillende elementen in de tuin het beste tot hun recht en ontstaat een speels lichtspel.
Wanneer je deze criteria toepast op je lichtplan, weet je zeker dat je tuin ook 's avonds goed te zien is. Zo geniet je nog langer van je tuin!
Tip: Neem het lichtplan direct mee bij het aanleggen van je tuin.
Bron: in samenwerking met in-lite design bv
