De hermelijn

beeld vtwonen Beeld

De hermelijn is een schuw diertje, maar hij verraadt zichzelf door zijn mekkerende geluiden als ze aan het spelen zijn. In de zomer zie je een heel ander uiterlijk dan in de winter: de hermelijn houdt er twee garderobes op na.

Lees verder onder de advertentie

Paspoort hermelijn

Naam – Hermelijn (Mustela erminea)
Uiterlijk – Langgerekt lichaam. De vacht is kastanjebruin met een vaalwitte buik en een zwarte staartpunt. In de winter is diezelfde vacht bijna helemaal wit op het zwarte staartpuntje na.
Lengte – 16 tot 31 cm, met een staartlengte van 9,5 tot 14 cm en een gewicht van 90 tot 445 gram. Mannetjes zijn veel groter dan vrouwtjes.
Kinderen – In april/mei worden 5 tot 12 jongen geboren.
Menu – Woelmuis maar ook een vogel of een konijn.
Leefgebied – Van de kust tot de bergen, in moerasgebieden en weiland, zolang er voldoende schuilplekken zijn.
Vijanden – Vos en uil.

Leefgebied

Wie geluk heeft, kan de hermelijn tegenkomen op open plekken, in bossen, houtwallen, duinen, akkers, vochtig terrein, als er maar voldoende dekking voor hem is. Waarschijnlijk hoor je de hermelijn eerder dan je hem ziet, want het is weliswaar een schuw maar nogal een luidruchtig diertje. Bij het spelen en jagen maakt hij snaterende en mekkerende geluiden. Bij angst en dreiging gaat-ie fluiten en krijsen.

Uiterlijk hermelijn

De hermelijn is herkenbaar aan zijn zwarte staartpuntje. Daarmee onderscheidt hij zich van de wezel – waar dit zoogdiertje het meest mee verward wordt. Niet zo verwonderlijk, want ze behoren beide tot de marterachtigen en dan heb je zo je familietrekjes.

Lees verder onder de advertentie

De hermelijn heeft een langgerekt, soepel lijfje. De kleur van de vacht verandert met het seizoen. Het diertje heeft namelijk een zomer- en een wintergarderobe. In de zomer is die kastanjebruin, terwijl de buik vaalwit is en de staart een zwart puntje heeft. In de winter is het hele lijfje wit met uitzondering van het staartpuntje. Vroeger werden deze wintervachten massaal verwerkt in koningsmantels, vandaar de overdadige zwarte stippen daarop. Rond de inhuldiging van Koning Willem-Alexander is daar weer fel op gereageerd.

Op het menu

De hermelijn is een druk diertje dat zowel overdag als ’s nachts op pad is, vooral om voedsel te zoeken. Op het menu staan knaagdieren als woelmuizen en ratten. Maar ook een vogel of een konijn (groter dan hijzelf!) gaan er wel in, zeker bij de mannetjes. Een snelle beet in de nek en de prooi is hapklaar.
Tijdens het jagen en verkennen gaat de hermelijn steeds op zijn achterpoten staan om de omgeving goed te kunnen overzien. Men noemt dit ook wel ‘kegelen’. Als het moet gaat hij zelfs het water in om zijn maaltijd te pakken te krijgen. Om in topconditie te blijven, moet een hermelijn elke dag 25% van zijn lichaamsgewicht eten.

Draagtijd hermelijn

Hermelijnen leven solitair in territoria. In zo’n territorium bevinden zich twee tot tien nesten. Favorieten: een holle boom, een oud mollennest of een verlaten konijnenhol dat bekleed wordt met de zachte vacht van knaagdieren. De paartijd valt in mei en juni. En dan gebeurt er iets opvallends: de draagtijd wordt met 280 dagen verlengd, want pas in maart komt het embryo tot ontwikkeling, waarna de ‘echte’ draagtijd maar 21 tot 28 dagen duurt.

Lees verder onder de advertentie

Eigen territorium

Bijna een jaar later worden dan vijf tot twaalf hermelijnjongen geboren. Die zijn blind en doof, maar wel al bedekt met een bleek, pluizig vachtje met een donkerbruine ‘maan’ op de nek. Duidelijk te zien voor de moeder, want als ze haar jongen wil verplaatsen, grijpt ze die daar vast. Na vier weken krijgen ze hun eerste prooi en na twaalf weken kunnen de jongen al zelf goed jagen. Ze verlaten het nest om een eigen ‘territorium’ op te bouwen. Een hermelijn wordt gemiddeld slechts zo’n anderhalf jaar, maar in de meest gunstige omstandigheden kunnen ze tien jaar oud worden.