Hoe begin je?
Bepaal eerst welk kleureffect je wilt hebben. Bij het vergrijzen van hout kun je alle kanten op; oud hout kan immers ook de meest uiteenlopende tinten hebben. Houd er wel rekening mee dat de basiskleur, de nerfstructuur en hoe poreus het hout is het eindresultaat beïnvloeden. Een houtsoort met een rode ondertoon zal bijvoorbeeld een ander effect hebben dan nieuw, lichtgekleurd grenenhout. Door eerst een aantal proefstukken te maken, zie je hoe snel het mengsel intrekt en of er effecten zijn als gevolg van eventuele kleurstoffen in het hout. Een bekend voorbeeld hiervan is looizuur in eikenhout. Dit kan een gelige verkleuring veroorzaken (bloeden) bij het gebruik van watergedragen producten. Dit is bij een vergrijzing niet zo storend als bijvoorbeeld bij een witte verflaag, maar wel iets om rekening mee te houden. Andere voorbeelden van houtsoorten die kunnen bloeden: teakhout, mahonie, afzelia en merbau.
Welke techniek?
Methode 1: Vergrijzen met verniswas
Verniswas is een watergedragen, half transparant product met de authentieke en natuurlijke uitstraling van traditionele was, maar met de voordelen van een vernis. Hiermee creëer je een duurzame, vlek- en hittebestendige afwerking. Verniswas is in diverse tinten verkrijgbaar en alle tinten zijn onderling mengbaar. Ook kun je je eigen tint maken door vloeibare pigmenten toe te voegen aan transparante verniswas.
Methode 2: Vergrijzen met een wash van krijtverf
Een wash kun je eenvoudig zelf maken door krijtverf te verdunnen met water in een verhouding van 1 deel verf op 1 tot 2 delen water. Het voordeel van deze methode is dat je een groot kleurengamma tot je beschikking hebt. Verder kun je vrij gemakkelijk het effect dekkender of transparanter maken. Een houtsoort met een onrustig noestenpatroon kun je bijvoorbeeld een iets meer dekkende laag geven om wat rust te creëren.
Aan de slag
Zorg dat de vloer goed is ontvet en ontdaan van eventuele laklagen en was- of olieresten. Zachtere houtsoorten zoals vurenhout of grenenhout, of hout met een open nerf zoals eikenhout, kun je even flink opborstelen met een staalborstel of messing draadborstel. Gebruik voor eikenhout altijd een messing borstel, omdat staal een zwarte verkleuring kan geven. Als je in de richting van de houtnerf borstelt, hoef je niet bang te zijn voor krassen. De borstel zal de zachte vezels losmaken, zodat er iets meer reliëf in het hout ontstaat, wat bijdraagt aan een mooi doorleefd effect.
Benodigdheden
Zorg dat je genoeg wash of verniswas hebt gemengd voor het hele oppervlak, zodat je in één keer en zonder kleurverschillen door kunt werken. Verder heb je een flinke stapel pluisvrije doeken nodig en een brede platte kwast. Werk niet met een roller, dan krijg je lelijke aanzetten.
Werkwijze
Een houten vloer bewerk je het best in de lengterichting, steeds in rijen van bijvoorbeeld een of twee planken. Werk bij voorkeur met twee personen, zodat de vloer niet de kans krijgt voortijdig te drogen. De eerste persoon brengt de wash of verniswas aan met een brede platte kwast, in de richting van de houtnerf. Niet te zuinig, want dan zal het mengsel te snel opdrogen. De tweede persoon gaat erachteraan met een zachte doek om de overtollige wash af te vegen, ook weer in de richting van de nerf. Probeer aanzetten en overlappingen te voorkomen. Hoe lang je het mengsel het best kunt laten intrekken, is iets wat je moet uittesten bij het maken van je proefstukken.
Zowel krijtverf wash als verniswas droogt vrij snel, zodat je niet te lang hoeft te wachten om je karwei af te maken. Eventueel kun je na het drogen de behandeling herhalen. Vooral als je op nieuw, onbehandeld hout werkt, kan het voorkomen dat de houtvezels iets gaan opzwellen. In dat geval voelt het hout na de behandeling ruw aan. Schuur het oppervlak voorzichtig op, totdat de vloer glad aanvoelt. Breng ten slotte ter bescherming een paar lagen watergedragen vloervernis aan.]
Bron: vtwonen home guide 2015