Of je nu buiten woont of hartje stadscentrum, een goede gastvrouw of gastheer voor vogels kun je altijd zijn. Maar welke vogels zijn dat in je tuin?
Vogels brengen leven in de tuin. Om ze in je tuin te krijgen kun je nestkasten ophangen en vogels voeren.
Pimpelmees
De pimpelmees is goed te herkennen aan het blauwe petje. Het nest is een kommetje van grassen en mossen gevoerd met veertjes, haren en ander zacht materiaal. Nesten vind je in holen van bomen, stronken en grote struiken, in nissen van muren en in nestkasten.
Koolmees
De koolmees heeft een zwart petje, een gele borst en een zwarte stropdas. Het nest is een kommetje van grassen, strootjes en mossen, bekleed met veren, haren van poes en hond en andere zachte materialen. De nesten zijn te vinden boomholtes, nissen of holtes in gebouwen en in nestkasten.
Huismus
De huismus is een bekende tuingast. Vader huismus heeft een grijs met chocoladebruin kopje en een opvallend zwarte keel. Het vrouwtje gaat met een minder opvallend verenpak door het leven. De huismus bouwt zijn nest onder dakpannen en in muurholtes, in de klimop, in nestkasten en als het kan graag met zoveel mogelijk andere mussen stelletjes bij elkaar. Hij bouwt het van grassen en strootjes, de kom wordt bekleed met allerlei zacht materiaal als schapenwol, haar van hond, poes en paard, pluis van paardenbloem en tissues.
Roodborstje
Het roodborstje is wel heel gemakkelijk te herkennen aan de felgekleurde borst. Het nest is te vinden in holtes van een boom of oude boomstronk, in brievenbussen, in hoekjes van de houtopslag en in speciale nestkasten voor roodborstjes. Het is een een kom van bladeren en grassen, gevoerd met haar, veertjes en ander zacht materiaal.
Winterkoning
Het winterkoninkje heeft het formaat van een luciferdoosje en een kordaat staartje. Het nest is te vinden in dichte bosjes, bramenstruiken, klimop, holtes in bomen en gebouwen en in speciale nestkastjes waar andere vogels te groot voor zijn. Ze maken een bolvormig nest van onder andere dode bladeren en mossen, bekleed met veertjes.
Zanglijster
Zanglijsters hebben een opvallend gespikkelde borst. Ze bouwen hun nest in dichte struiken en in bomen, in de klimop tegen schutting en gevel. Het is een kommetje van takjes en grassen dat op een paar takken rust met een binnenzijde afgewerkt met een laag modder afkomstig uit vijvers en van drassige plekken. Het kommetje wordt niet met zachte materialen bekleed.
Merel
Het merel-vrouwtje is egaal bruin, het merel-mannetje is zwart. Het nest ligt in bomen, struiken, de plantenbak, hoekjes en nissen van huizen, schuren en andere gebouwen en is een slordig komvormig nest van strootjes, gedroogd gras en verdorde planten uit de border. De kom wordt aan de binnenzijde dichtgesmeerd met modder en vervolgens bekleed met zacht gras.
Spreeuw
Gespikkelde veren met een fraaie metallic glans, daaraan is de spreeuw te herkennen. Plaats nest: de spreeuw is niet zo kieskeurig. Bomen, bosjes, gebouwen, schoorsteenpijpen, holle palen van verkeersborden, overal weet hij wel een holletje of gang voor het nest te vinden. Het nest is ovaalvormig nest van takjes, strootjes, hooi, grassen, geregeld aangevuld met vers 'groen' en bekleed met allerlei zacht materiaal, zoals veertjes, haren en plukjes wol.
Kijk ook eens op vogelbescherming.nl voor een schat aan informatie over vogels, ontwerpen voor en de aanleg en beplanting van een vogelvriendelijke tuin. In onze eigen webshop vind je allerlei voertafels en vogelhuisjes.