Milieubewust tuinieren
1. Gebruik je bestrijdingsmiddelen om bijvoorbeeld onkruid of plagen uit je tuin te houden?
a. Ja
b. Ja, maar ik gebruik wel een ecologische variant
c. Nee
2. Wat is de herkomst van groente en fruit die je eet?
a. Mijn eigen moestuin of volkstuin
b. Verse groente en fruit koop ik in de regio
c. Ik houd geen rekening met de herkomst van groente en fruit die ik koop
3. Hoe ga je om met elektriciteit in je tuin?
a. Ik gebruik elektriciteit voor mijn verlichting, elektrisch gereedschap en/of de vijverpomp
b. Ik heb sensoren en tijdschakelaars zodat verlichting niet onnodig aan is en gebruik geen zware elektrische apparaten of een vijverpomp
c. Ik let eigenlijk niet op mijn elektriciteitsgebruik in de tuin.
4. Doe je aan afvalscheiding?
a. Ja (papier, glas, plastic en groen afval)
b. Nee
c. Ja, maar alleen papier en glas
5. Help jij de bodem in je tuin te verbeteren?
a. Nee
b. Ja, met eigen compost
c. Ja, met mest of kunstmest
6. Hoe ga jij om met het waterverbruik in de tuin?
a. Ik geef de planten water met de tuinslang
b. Ik gebruik een emmer om de planten water te geven
c. Ik vang regenwater op in een regenton en gebruik dat om de planten water te geven
7. Hoe ziet jouw tuin eruit?
a. Mijn tuin is voor een derde bestraat en voor twee derde beplant
b. Mijn tuin is volledig bestraat: ik tuinier vooral in potten
c. Mijn tuin is een mix van groen en halfverharding
8. Waar baseer jij de keuze voor planten op?
a. Ik houd rekening met meerdere aspecten zoals: klimaat, standplaats en grondsoort
b. Het uiterlijk
c. Ik houd alleen rekening met de grondsoort van mijn tuin
En de beste keus is…
Bekijk hieronder de antwoorden op bovenstaande vragen en ontdek hoe milieubewust jij bezig bent in de tuin!
De antwoorden:
1 = C
Let op bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Kies als het kan voor alternatieve milieuvriendelijke methoden of een gericht bestrijdingsmiddel.
Tips:
– Gebruik antiworteldoek of cacaodoppen en verwijder onkruid met de hand.
– Insecten kunnen nuttig zijn voor je tuin. Lieveheersbeestjes zijn bijvoorbeeld dol op bladluizen. Geef wilde bijen, vlinders en lieveheersbeestjes onderdak met een insectenhotel. Extra leuk is om je eigen insectenhotel te maken.
Tuintrendwatcher Aafje Nijman bestrijd de luizen van haar Canadese eik met lieveheersbeestjeslarven. Deze kun je bestellen op internet (bijvoorbeeld via bsi.bomenservice.nl, red.) en worden geleverd in een katoenen zakje. "Met veel hilariteit hebben we het katoenen zakje in de boom gehangen. Ik had er weinig vertrouwen in, maar de luizen verdwenen echt en kwamen niet meer terug."
2 = A
Je bespaart op voedselkilometers als je groente en fruit koopt die in Nederland, of nog beter: in je eigen regio, zijn gekweekt. Het milieu wordt zo minder belast en je stimuleert gelijk de kwekerijhandel in Nederland. Groente en fruit kweken in je eigen moestuin is nog beter voor je tuinvoetafdruk.
Tips:
– Koop groente en fruit van het seizoen. Tomaten uit de warme kas in de winter hebben een voetafdruk die bijna zeven keer groter is dan van tomaten uit de volle grond in de zomer.
– Via de Bio-Gids kun je een biologische boer bij jou in de buurt opzoeken. Neem bijvoorbeeld een seizoensgebonden groente- en fruitabonnement en krijg wekelijks of maandelijks een tas vol biologische groente en fruit van eigen bodem.
Tuincoach Marie Tromp heeft al jaren een groenteabonnement en haalt wekelijks een groentetas op bij de biologische tuinderij Land en Boschzigt uit 's-Graveland. "De inhoud van de groentetas bepaalt mijn weekmenu. Mijn familie weet inmiddels dat ze bij mij ook vergeten groenten, zoals snijbiet, pastinaak en raapsteeltjes te eten krijgen."
3 = B
Tijdens de productie van elektriciteit komen schadelijke koolstofdioxide (CO2) vrij. Gebruik daarom zo weinig mogelijk elektriciteit in de tuin. Je kunt ook zelf je stroom opwekken met zonlicht of kies voor groene stroom.
Tips:
– Terrasverwarming slurpt energie. Een extra jas of vest biedt vaak al genoeg warmte.
– Gebruik handgereedschap in plaats van zware elektrische apparaten.
4 = A
Het verwerken van afval kost veel energie. Gescheiden afval leidt tot een efficiëntere manier van afvalverwerking. Veel materialen, zoals glas, papier, plastic en metaal kunnen hergebruikt worden. Als er minder nieuwe grondstoffen nodig zijn, is er minder aardoppervlak nodig voor de productie of winning van grondstof. Afval scheiden verkleint daarom je tuinvoetafdruk.
Tip:
– Van groente-, fruit- en tuinafval kun je ook compost maken. Hiermee voed je de tuin en verminder je tegelijkertijd je afvalberg.
5 = B
Met meststoffen, het liefst eigen compost, voed je de bodem van de tuin. Het zorgt voor een luchtige bodem die meer water vasthoudt. Dat scheelt weer een emmertje water geven. Ook is het goed voor het bodemleven.
Tips:
– Gebruik niet te veel (kunst)mest, dan verslappen de planten juist.
– Gooi ongekookt groente- en tuinafval in een wormenbak en produceer zo eenvoudig zelf wormenmest voor de tuin. De wormen eten het afval op en na een tijdje kun je de mest in vloeibare en vaste vorm oogsten.
Tuinontwerper Janine ten Horn kan niet meer zonder haar wormentoren: "Ik bemest er alle bakken mee op mijn daktuin."
6 = C
Een emmer gebruiken om de planten water te geven in plaats van met de tuinslang scheelt al een hoop. Met een tuinslang verbruik je onbewust namelijk veel meer water. Als je daarnaast overstapt op het gebruik van bijvoorbeeld een regenton om regenwater op te vangen, kun je per jaar zo'n 7.000 liter drinkwater besparen. Dat is milieuvriendelijker en scheelt ook op de waterrekening.
Tips:
– Besproei de tuin in de ochtend of laat in de avond zodat het water niet meteen verdampt.
– Maak de straat schoon met een emmer regenwater in plaats van met een hogedrukreiniger. Zo gaat er minder water verloren.
7 = C
Een groene tuin is beter voor het milieu; planten verbeteren de luchtkwaliteit. Halfverharding in plaats van bestrating laat het water beter door. Minder materialen (zoals stenen tegels) in de tuin bespaart geld, grondstoffen en energie.
Tips:
– Gebruik materialen in de tuin die het milieu minder belasten, zoals Europees tuinhout met FSC-keurmerk.
– Hergebruikte of gerecyclede producten en materialen belasten het milieu ook minder.
– Denk ook aan groene dakbedekking voor op de schuur of tuinhuis.
Communicatieadviseur Ingrid Aaldijk van Milieu Centraal: "Een vegetatiedak of groen dak heeft positieve effecten op de biodiversiteit, waterhuishouding en luchtkwaliteit. Het brengt meer groen op dichtbebouwde plaatsen, houdt neerslag langer vast waardoor het rioolstelsel minder overbelast raakt en het vangt fijn stof en draagt zo bij aan een betere luchtkwaliteit. Een vegetatiedak is daarnaast geluiddempend en – beperkt – isolerend. Onderhoudsarm is een dak met begroeiing van Sedum (vetplantjes) en kruiden."
8 = A
Als de planten in je tuin op de goede plek staan en passen bij het klimaat en de bodemsoort, dan zijn ze gezond en hebben ze minder snel last van plagen.
Tips:
– Zet bodembedekkers onder bomen en struiken. Dit voorkomt dat de bodem uitdroogt en helpt tegen onkruid.
– Planten met een groot bladoppervlak verliezen veel water. Zet deze planten op een schaduwrijke plek in de tuin. Planten met een klein, dik en leerachtig blad gedijen op een droge, hete plek.
Voetafdruk
De ecologische voetafdruk laat zien hoeveel land (in hectare) er jaarlijks nodig is voor onze consumptie van voedsel-, energie- en andere levensbehoeften. De grootte van je voetafdruk is afhankelijk van je leefgewoonten. Bij de verbranding van brandstoffen voor bijvoorbeeld elektriciteit, verwarming en vervoer komt CO2 vrij. Dit heeft de opwarming van de aarde en klimaatverandering als negatief gevolg. Door je voetafdruk op tuingebied (je tuinvoetafdruk) binnen de perken te houden, wordt je gehele voetafdruk ook kleiner.
Wil je weten welke impact jouw persoonlijke levensstijl heeft op onze aarde? Doe dan de voetafdruktest op wnf.nl/voetafdruktest. Kijk voor meer tips over milieubewust tuinieren op milieucentraal.nl.
Bron: Tekst Daniëlle Fransen
