Grootbloemige dovenetel

Is de grootbloemige dovenetel een bodembedekker?

De grootbloemige dovenetel is een bodembedekker die zijn kansen grijpt! Alle soorten kunnen behoorlijk woekeren. Het zijn planten met opvallend vierkante stengels en tegenoverstaande getande bladeren. In ons land vooral bekend van de wilde witte dovenetel (Lamium album). Bent u geprikt door een brandnetel, wrijf er dan met blad van de dovenetel over en het sap haalt de prikkeling weg. Vandaar de naam dovenetel. De planten hebben veel mooie lipbloemen die bloeien tussen mei-augustus. Afhankelijk van de soort is de hoogte tussen 25 en 60 centimeter.

Waar wordt de Lamium album voor gebruikt?

De dovenetel is oorspronkelijk inheems (o.a. in Zuid-Limburg), maar is daar nu voor het grootste deel verdwenen. In de Middeleeuwen gebruikte men de bloemen om tuberculose of ontsteking aan de ademhalingswegen te bestrijden. De Lamium orvala (Grootbloemige dovenetel) komt uit o.a. Noord-Italië. Borderplant samen met Aconitum septentrionale 'Ivorine'. Misschien meer geschikt op de voorgrond van een heesterbeplanting. Soort die onder gunstige omstandigheden wel 60 cm hoog kan worden. De getande bladeren zijn groot van stuk, breed eivormig en glanzend groen van kleur. De grote bloemen zijn van een apart bruinachtig rood (april-mei). Ze bevinden zich in kransen in de oksels van de bovenste bladeren.

Op welke grondsoort bloeit de grootbloemige dovenetel het beste?

In de natuur worden deze planten aangetroffen aan de rand van bosschages. ze prefereren dus een zonnige tot lichtbeschaduwde standplaats. de grond moet wat humus bevatten en niet te droog zijn. kan heel lang blijven staan, zaait zich nogal uit.

Kenmerken: