Eerst het tafelkleed
Je begint het tafel dekken uiteraard met het tafellaken. Wil je het helemaal goed doen, dan leg je eerst een onderlaken of een molton neer. Dit zorgt ervoor dat het laken goed blijft liggen en dempt het geluid van bestek. Over het onderlaken leg je een mooi katoenen of linnen tafelkleed en deze laat je aan alle kanten 15 centimeter over de tafelrand hangen. Voor elke gast kun je ongeveer 50 centimeter bewegingsruimte rekenen.
Verschillende borden
De borden zet je recht voor de stoel neer, op een vingerbreedte of 2 centimeter van de tafelrand. Je begint met het onderbord. Dit staat er puur voor de sier: als een leeg bord wordt weggenomen, dan heb je nooit een lege tafel.
Op het onderbord leg je een servet en daarna stapel je de borden van groot naar klein. Het kleinste bord is voor het voorgerecht. Je kunt het bord voor het hoofdgerecht ook eventueel verwarmen en later serveren. Links van de borden zet je een klein broodbordje neer. Het botermesje leg je rechts op dit bordje met de onderkant evenwijdig aan de rest van het bestek.
Volgorde van bestek
Bestek gebruik je altijd van buiten naar binnen. De onderkant van al het bestek moet op één lijn liggen met het onderbord. De snijrand van het mes wijst naar het bord en lepels en vorken liggen met de bolle kant op tafel. Het bestek voor het nagerecht ligt horizontaal boven het bord. Het heft van het lepeltje ligt rechts, het heft van het vorkje ligt links.
Volgorde van de glazen
De glazen staan rechts van de borden. Je begint rechtsboven het bord en werkt in een schuine lijn naar beneden. Bovenaan het waterglas, dan het rode wijnglas en tenslotte het glas voor de witte wijn. Een handige vuistregel is om het rode wijnglas recht boven het grootste mes te zetten en het kleine wijnglas boven het kleine mes.
LEES OOK
Onderzoek wijst uit: kleur van servies doet meer dan je denkt
De tafel dekken met stylist Marianne
Bekijk ook deze tips voor decoratie van je feesttafel.
Moois voor op tafel…
Bron: Beeld: vtwonen buiten special 1 | styling Liza Wassenaar | fotografie Sjoerd Eickmans