Op ontdekkingstocht naar planten
Van die oude mannen die met een schop en heggenschaar in de weer zijn? Piet Oudolf (79) gunt iedereen zijn plezier. 'Hier in Hummelo loop ik graag door onze tuin.' Maar het geromantiseerde beeld van 'lekker bezig zijn in het groen' ligt achter hem. 'Je eigen tuin is niet de ideale plek om euforisch te worden. Naast schoonheid zie je namelijk altijd werk. Je wordt voortdurend afgeleid door dingen die gedaan moeten worden. Ik kan nog opstaan als ik buk, maar het tuinonderhoud hebben we al jaren uitbesteed aan een hovenier.'
Piet verhuisde in 1982 vanuit Haarlem naar de Achterhoek. Na de start van een eigen hoveniersbedrijf in 1975 groeide de behoefte om zelf de planten te kweken die in geen tuincentrum te vinden waren. 'In Hummelo vonden we de ruimte die we nodig hadden.' De eerste tien jaar verdiepten Piet en echtgenote Anja zich in plantensoorten die hij op reis door Europa ontdekte. Om ze daarna in de Hummelose kweektuin te zaaien, te stekken, te vermeerderen en te verbeteren. Kwekers en tuinliefhebbers denken nog altijd met weemoed terug aan de open dagen waar Piet en Anja de nieuw ontdekte soorten, hun kennis en enthousiasme deelden. En al is de kweektuin alweer jaren dicht, de 'bijna obsessieve belangstelling voor planten' is gebleven. 'De vlucht die mijn carrière heeft genomen, heb ik vooral daaraan te danken.'
Een deel van die loopbaan is nu gebundeld in het boek Piet Oudolf aan het werk. Voor het eerst zijn een aantal projecten van de tuin- en landschapsontwerper in beeld gebracht, compleet met de eerste opzetten, uitgewerkte tekeningen en beplantingsontwerpen. De titel mag je trouwens ook letterlijk nemen. Ondanks het klimmen der jaren staat Piet 'er nog middenin'. Hij krijgt meer opdrachten aangeboden dan hij aankan. 'Ik moet dus kritisch zijn.'
“Een tuin laat zich niet zomaar even kopiëren”
Nonchalantere tuin
'Mijn tekeningen werden altijd positief gewaardeerd door collega's. In de coronatijd was er ineens de rust om alle tekeningen uit het archief in te scannen. Na een aantal boeken waarin het begrijpen van planten centraal stond, wilde ik een overzicht waarin je niet alleen leest hoe het moet, maar ook kunt zien hoe je het doet.'
Je bent altijd gul geweest in het delen van kennis en maakt nergens een geheim van.
'Waarom zou ik? Chefs publiceren hun recepten toch ook? Daar neem ik graag een voorbeeld aan.'
Als je de receptuur stap voor stap volgt, is dat nog geen garantie voor succes.
'Klopt. Wat op papier eenvoudig lijkt, blijkt in het echt toch een stuk gecompliceerder. Ook al beschik je over alle tekeningen, schema's en beplantingsplannen: een tuin laat zich niet zomaar even kopiëren.'
We spreken inmiddels over bijna een halve eeuw ervaring. De hovenier uit Haarlem heeft zich ontwikkeld tot een van de meest gerespecteerde tuinontwerpers ter wereld.
'In het begin werkte ik aan privétuinen. Daar is niks mis mee, maar ik had al vrij snel het gevoel dat er meer in zat.'
Zoals een tuin tijd nodig heeft om te groeien, neem je zelf ook de tijd om je kennis te vergroten.
'Na diverse andere baantjes raakte ik door mijn werk in een tuincentrum geïnteresseerd in planten. Omdat mijn kennis over die planten beperkt was, ben ik erover gaan lezen. Als hovenier in Haarlem maakte ik tuinen met vaste planten, die ik later zelf ging kweken. Na onze verhuizing naar de Achterhoek hebben Anja en ik ons in het begin op de kwekerij geconcentreerd. Ik wilde weten hoe je een beplantingsplan maakte, maar vond dat nergens. Toen ben ik het zelf maar gaan uitvinden. De dominante Engelse tuintraditie vond ik te beperkt. De nadruk lag op decoratie: structuur, vormgeving en formaliteit. Ik miste de spontaniteit. Ik kon mijn plantenkennis er onvoldoende in kwijt. De behoefte aan verandering en experiment groeide. Door te werken met grassen en planten rond te strooien, dacht ik een nonchalanter beeld te creëren.'
“Ook in het verval van planten zie ik schoonheid”
Typisch voor die tijd? Hadden we onze buik vol van strakke bordertuinen met afrikaantjes?
'Dat zou ik niet zeggen. Als je kijkt hoeveel 'tegeltuinen' er nú nog altijd zijn... Maar de ideeën hoe je openbare ruimte kunt invullen, veranderden wel. Net als Rob Leopold, Henk Gerritsen en Ton ter Linden die heel diep in de planten zaten, was ik gevoelig voor vernieuwing.'
Als pioniers en pleitbezorgers van wat we nu The New Perennial Movement noemen, vroegen jullie aandacht voor een minder aangeharkte benadering. De borders vol kleuren maakten plaats voor combinaties van vaste planten en grassen, geïnspireerd door natuurlijke landschappen.
'Door de vorm, textuur en de alternatieve kleuren oogde het misschien wild, spontaan en losjes, maar het was en is allemaal strak geregisseerd.'
Wie daar nog aan twijfelt, moet de gedetailleerde tekeningen en beplantingsplannen in Piet Oudolf aan het werk maar eens bekijken.
'Het resultaat is een geënsceneerd beeld, géén natuur. Al is de natuur wel een inspiratiebron. Ik wil graag iets maken wat in alle seizoenen ook buiten het bloeiseizoen iets te bieden heeft. Een tuin is niet statisch, maar altijd in beweging. Ook in het verval van planten zie ik schoonheid.'
Van tekening tot tuin
Je vergelijkt planten weleens met acteurs in een toneelstuk: 'Ik zet ze op een podium en laat ze spelen.'
'In mijn tekeningen worden planten zichtbare wezens. Ik ben gefascineerd door hun levensloop, hoe ze zich ontwikkelen en zich gedragen in combinatie met de planten in hun omgeving. Om ermee te 'componeren', moet je ze eerst goed leren kennen. Als je ze doorgrondt, als je weet waar en hoe ze groeien, wanneer ze bloeien, hoe hoog ze worden, welke vorm ze hebben, hoe interessant ze zijn na hun bloeiperiode, of ze fraaie zaadhoofden hebben en een aantrekkelijk blad, pas dán kun je ermee spelen en experimenteren.'
Dat vereist behalve vakkennis veel intuïtie.
'Je hebt ze allebei nodig. Waar ze elkaar raken, realiseer je hopelijk iets wat anders is. Zo probeerde ik me begin jaren 80 los te maken van het traditionele tuinieren, van het dogmatische denken over hoe een tuin of park er uit moet zien.'
“Die angst verdwijnt nooit helemaal. Werkt de puzzel in het echt, zoals je hem op papier hebt bedacht?”
Als je vroeger naar New York ging, beklom je het Empire State Building en nam je de boot naar Ellis Island. Inmiddels heb je de stad niet bezocht als je niet over de High Line hebt gewandeld.
'De High Line werd al heel snel gezien als een landschap in de stad. Het is een doorbraak geweest die binnen het tijdsbeeld past. Het project sloot aan bij de manier waarop we zijn gaan nadenken over milieu en omgeving. De aandacht en publiciteit daarvoor heeft mijn bekendheid bij het grote publiek vergroot.'
Je werkt veel in stadslandschappen. Is de behoefte aan gecreëerd groen in zo'n concrete jungle groter dan op het platteland van de Achterhoek?
'Er is in de Achterhoek veel groen, maar in het agrarisch landschap is de diversiteit grotendeels verdwenen. Zo'n stedelijke omgeving vormt natuurlijk een uitdaging. Een paar jaar voor de High Line werkte ik in Chicago al aan de Lurie Garden. Toen ze me daar voor de competitie benaderden, wilde ik eerst niet eens meedoen. Zulke goede architecten, daar kon ik nooit van winnen. Ze vroegen me om er nog eens over na te denken. Ik was huiverig, maar ook wel zo eigenwijs dat ik meende de concurrentie te kunnen verslaan met mijn beplanting. Ze deden het voorstel om samen te werken met een landschapsarchitect. De Lurie Garden werd mijn eerste grote stap in de openbare ruimte. Ik vond het spannend, maar het is goed afgelopen. Die angst verdwijnt nooit helemaal. De eerste keer dat ik een beplanting bezoek, ben ik vrij nerveus. Ik kan de tekeningen in mijn hoofd vertalen naar het eindresultaat. Ik zie dan voor me hoe het er ongeveer uit komt te zien. Maar werkt de puzzel in het echt, zoals je hem op papier hebt bedacht? Soms moet je dingen ter plekke aanpassen. Ik blijf een perfectionist.'
Het uitvoeren van een beplantingsplan luistert nauw.
'Een tuin verandert continu, je moet het blijven volgen en onderhouden. Ik heb een netwerk opgebouwd van partijen die ik kan inschakelen en vertrouw, om de uitvoering en nazorg over te dragen en op afstand te controleren. Zonder dat ik erbij ben, kunnen ze het voor 95 procent uitvoeren zoals ik het zelf zou doen.'
Naast prestigieuze projecten in het buitenland en samenwerkingen met gerenommeerde architecten als Peter Zumthor, Herzog & de Meuron en Kazuyo Sejima van Sanaa, haal je de neus niet op voor kleinere projecten. Dat ervoeren de initiatiefnemers van de Vlinderhof in het Utrechtse Máximapark.
'Ze waren verrast dat ik ja zei. Bij grote projecten krijg je vaak te maken met allerlei ambtelijke regels en restricties; dat leidt tot afstand. Bij dit soort gepassioneerde burgerinitiatieven voel je een enorme betrokkenheid. Uniek, zo'n tuin die gedragen wordt door vrijwilligers. Een deel van het prijzengeld van de Prins Bernard Cultuurprijs, de Sikkens-prijs en de Maaskantprijs heb ik geïnvesteerd in zulke kleine buurtprojecten.'
“Ik zie een tuin niet als aanhangsel of slaaf van de architectuur”
Oergevoel
De laatste jaren werk je veel in opdracht van museums als Voorlinden in Wassenaar, de Vitra Campus in Weil am Rhein en galeries als David Zwirner in New York en Hauser & Wirth op Menorca.
'Als ze je werk als kunst zien, is er geen aanbesteding nodig. Je hoeft je plan dan niet te pitchen en dat is wel zo prettig.'
De Oudolf Garten op de Vitra Campus realiseerde je op een plek waar grote architecten als Frank Gehry, Zaha Hadid en Alvaro Siza je voorgingen.
'Ik zie een tuin niet als aanhangsel of slaaf van de architectuur. De gebouwen op het terrein hebben geen invloed op het ontwerp gehad. Wél heb ik me laten inspireren door de installaties van de ontwerpers Ronan en Erwan Bouroullec: een fontein en een stalen ring.'
Galerie Hauser & Wirth Somerset organiseerde in 2014 een tentoonstelling waar je tekeningen als autonoom werk gepresenteerd werden. De gedetailleerde, kleurrijke visualisaties vol symbolen, vormen en handgeschreven teksten zien er een beetje uit als abstracte kunstwerken.
'Zo zijn ze natuurlijk nooit bedoeld. En ik verkoop ze ook niet.'
De tekeningen laten wel zien dat je werkt met vormen, kleuren en ritmes. Net als een kunstenaar. Het eindresultaat levert een esthetisch beeld op.
'In mijn tuinen heb ik een handschrift ontwikkeld, een stijl waaraan mensen mij herkennen. Of die autonome manier van werken tot kunst leidt? Dat mogen anderen beoordelen. Een belangrijk verschil is natuurlijk wel dat ik altijd in opdracht werk. Mijn tuinen zijn niet te niet te koop bij een veilinghuis.'
Je las een artikel van het magazine Eigen Huis & Interieur. Op zoek naar meer inspiratie over design, interieur, kunst en ontwerpers? Bekijk de pagina van Eigen Huis & Interieur.