Wonen in een boerderij
Veertien jaar geleden. Yente en Kurt banen zich een weg door het struikgewas en het okselhoge gras naar de vervallen hoeve. Binnen treffen ze een zwaar verwaarloosd interieur aan. De laatste bewoners, twee broers en een zus, hebben jarenlang weinig of niets aan het huis gedaan. Yente: 'Ze leefden op stoeptegels of op stukken vinyl die los op het zand lagen, met wanden van tapijt. De plafonds bestonden uit platen zachtboard. Er groeide zelfs een halve boom in het huis. Die was daar tientallen jaren geleden geplant, veel te dicht op het huis. Ooit was dit een prachtboerderij geweest, dat konden we wel zien, maar daar was weinig meer van over. Tegelijkertijd was dit precies wat we zochten: een hoop ellende op een mooie plek.'
Slopen en verbouwen
Een periode van slopen en verbouwen begint. De kersverse eigenaren van een bouwval willen de boerderij zoveel mogelijk in oude luister herstellen. Dat betekent dat het grondplan en het uiterlijk hetzelfde blijven. Alle buitenmuren én de boom die half in het huis groeit worden weggehaald en het dak wordt hersteld. Yente: 'Op een gegeven moment keek je dwars door het huis. Alles was weg. Drie jaar lang hebben we naast de hoeve in een oude schuur gewoond. Klein, maar we vonden het prima. Tot ik – zwanger van ons eerste kind – weer binnenstapte na een vakantie en ik een rat zag wegschieten. Nog diezelfde avond verhuisden we de bank en wat spullen naar het grote huis en was de verhuizing een feit.'
Bron: vtwonen oktober 2011 | Fotografie Jeroen van der Spek | Styling Cleo Scheulderman